Momenteel is in de provincie Antwerpen één stal die getroffen werd door neurologische problemen veroorzaakt door rhinopneumonie. Voor zover bekend is de ziekte nog niet verder verspreid. De stal staat onder quarantaine, er worden geen paarden binnen of buiten gelaten.
Geen paniek, maar …
Aangezien rhinopneumonie zo goed als niet via de lucht wordt verspreid, maar wel via direct contact, is er op dit moment nog geen reden voor het instellen van strenge maatregelen zoals afgelasten van wedstrijden of het beperken van vervoer van paarden. Wel is een verhoogde waakzaamheid aan te bevelen. Zo kunt u bij deelname aan een wedstrijd het beste uw paard niet stallen op de wedstrijdlocatie, direct contact met vreemde paarden vermijden en zorgen dat de vaccinaties tegen rhino van uw paard in orde zijn.
Alles over rhinopneumonie
Rhino komt nagenoeg elk jaar voor in Vlaanderen. Een infectie kan zich snel verspreiden onder andere paarden. Meestal krijgen paarden die rhino oplopen enkel te kampen met een milde verkoudheid. Helaas kunnen paarden ook ernstig ziek worden na een besmetting.
Enkele mogelijke gevolgen zijn schade aan het ademhalingsstelsel, verlammingen aan de achterhand en abortus bij drachtige merries. Voorlopig is niet duidelijk waarom sommige paarden zeer ernstig ziek worden ten gevolge van rhino, en andere paarden enkel een verkoudheid oplopen. Gelukkig komen zenuwstoornissen maar heel erg zelden voor.
Dierenarts of DGZ Vlaanderen
Bij vermoedens van een infectie contacteert u best uw dierenarts of DGZ Vlaanderen:
Annick Gryspeerdt
Dierenarts diagnosticus
Equi Focus Point Belgium | Industrielaan 29; 8820 Torhout
tel: 050 23 05 58 | fax 050 23 05 69
e-mail: annick.gryspeerdt@dgz.be | website: www.efpb.be
60% van de paarden virusdrager
Wanneer er zich een aantal uitbraken van rhinopneumonie voordoen, heerst er vaak veel ongerustheid onder paardenhouders. De situatie is natuurlijk uitermate ernstig voor de betrokken bedrijven, maar het is heel belangrijk om het geheel in het juiste perspectief te blijven bekijken.
Rhinopneumonie is sterk verspreid onder onze paarden en voorzichtige schattingen geven aan dat 60% of meer van onze paarden drager zijn van het virus. Dit wil zeggen dat het vrijwel onmogelijk is om een bedrijf te vinden zonder dragers van rhinopneumonie. Dit wil ook zeggen dat dat we er op een verstandige manier mee moeten omgaan.
Drachtige merries
Onze paarden worden er meestal op jonge leeftijd mee besmet via de oudere dieren op het bedrijf. Hierna kunnen ze het virus op hun beurt aan andere paarden doorgeven. Daarnaast kunnen ze zelf op latere leeftijd opnieuw besmet worden: de aanwezigheid van het virus in het lichaam beschermt hen onvoldoende tegen een nieuwe infectie. Gelukkig verloopt het merendeel van deze infecties zonder erge ziekteverschijnselen en blijft het beperkt tot milde griepachtige symptomen (koorts en neusvloei gedurende enkele dagen). Er zijn echter een paar uitzonderingen. Drachtige merries lopen het risico om te gaan aborteren na een infectie en in minder frequente mate kunnen paarden de gevreesde verlammingsverschijnselen gaan vertonen.
Aandachtspunten bij overdracht van rhino-virus
Zieke dieren kunnen grote hoeveelheden virus verspreiden. De overdracht gebeurt door nauw en direct contact met andere dieren. Daarom worden stallen met zieke dieren gedurende minstens een drietal weken geblokkeerd om contact met andere paarden te vermijden. Ook indien bijvoorbeeld speeksel, haar of neusvloei via een persoon, kleding, materiaal,.. van het ene op het andere paard terecht komt, geldt dit als direct contact.
Besmettelijk
Hoewel het virus niet zo resistent is, zouden andere paarden op deze manier besmet kunnen worden. Via de lucht kan het virus zich slechts over enkele meters verspreiden. Het gaat dus onmogelijk via de lucht van de ene stal naar de andere stal over. Bedrijven in de buurt lopen met andere woorden weinig risico, zolang er geen nauw contact met het aangetaste bedrijf is of recent geweest is.
Indien u een geval van rhino denkt te herkennen, dient u onmiddellijk uw dierenarts te verwittigen en, in afwachting van een diagnose, ervoor te zorgen dat de betrokken paarden niet met andere andere paarden in contact komen. Indien u een verdacht of ziek paard hebt aangeraakt, kan u best uw kleding wisselen en douchen voordat u naar een ander paard gaat.
Verantwoordelijkheid nemen
Het is erg belangrijk dat een stal waar er ziekte optreedt, zijn verantwoordelijkheid opneemt, de situatie meedeelt aan andere paardeneigenaars en tijdelijk alle contact met andere bedrijven stopzet.
Deze maatregel is van het allergrootste belang en leek in het verleden verdere verspreiding te beperken. Een algemeen transportverbod is een zeer ingrijpende maatregel en wordt in andere landen niet toegepast, precies omdat vooral direct contact met de aangetaste dieren de belangrijkste bron van verspreiding is.
Vaccinatie
Jaarlijks zijn er uitbraken van rhinopneumonie. Het is echter mogelijk om het aantal en de uitgebreidheid van die uitbraken te verminderen door vaccinatie. Door de paarden regelmatig te vaccineren, behouden ze een vrij goede weerstand tegen het virus. Daardoor zullen ze enerzijds minder andere paarden besmetten en zijn ze zelf beter beschermd tegen infectie uitgaande van andere paarden. De sleutelwoorden hierbij zijn “regelmatig vaccineren”. Als we enkel gaan vaccineren als er een uitbraak is, zijn we te laat.
Als iedereen zijn paarden regelmatig vaccineert, zullen er beduidend minder problemen met rhinopneumonie zijn. Een consequent vaccinatiebeleid kunnen we als een vorm van burgerplicht onder paardenliefhebbers aanzien.
Hippo TV maakte in samenwerking met Zoetis een informatieve video over rhinopneumonie.
Dossier op Paardenpunt Vlaanderen.
Bron: Paardenpunt Vlaanderen
Foto: Shutterstock